Animal Farm

Struisvogel

Struisvogels zijn de grootste vogels die er bestaan. Het mannetje kan bijna drie meter hoog worden. Hij weegt dan zo'n 130 kilo! De struisvogel heeft een lange nek en lange, sterke poten. Zijn nek en kop zijn bedekt met korte, haarachtige veren.
Het lichaam van het mannetje is bedekt met een zwart verendek, het uiteinde van de vleugelveren is wit. Het vrouwtje is kleiner en is bruin/grijs van kleur.

Met zijn sterke poten kan de struisvogel wel 70 km per uur rennen. Hij maakt stappen van 3,5 meter. Ook gebruikt de struisvogel zijn poten als wapen. Zodra de struisvogel zich bedreigd voelt, trapt hij met zijn sterke poten naar voren. Deze poten lijken meer op een hoef dan op een vogelpoot. Ze hebben namelijk maar twee tenen en één grote, scherpe nagel.
De struisvogel behoort tot de familie van de loopvogels. Deze naam hebben zij niet voor niets gekregen. In de loop der jaren hebben zij het vliegen verleerd. Struisvogels zien er net zo uit als vogels. In plaats van sterke vleugels hebben deze vogels echter sterke poten. Struisvogels zijn veel te zwaar om te vliegen. Ook is hun verenkleed hier niet op gebouwd. Andere loopvogels zijn o.a. de nandoe, kasuaris en de emoe.

De struisvogel leeft in grote delen van Afrika. Hij komt voor op de savannes en op uitgestrekte zandvlakten. Grote groepen struisvogels zwerven vaak door het landschap, op zoek naar voedsel. Omdat de struisvogels zo groot zijn en goede ogen hebben, zijn zij vaak de schildwacht voor andere dieren. De struisvogels zien het gevaar als eerste aankomen en laten dit met luide keelklanken weten. Zo waarschuwen ze niet alleen andere struisvogels, ook andere dieren weten zo wanneer ze moeten vluchten. Struisvogels leven vaak in gezelschap van antilopen, giraffen en zebra's.
De struisvogel eet veel verschillende dingen. Zijn menu bestaat voornamelijk uit gras, wortels, zaden en bladeren. Soms jaagt hij op kleinere dieren, zoals insekten. Het voedsel is afhankelijk van het gebied waar de struisvogel woont. De struisvogel kan goed een tijd zonder water en kan daardoor lang in droge gebieden overleven. Hij heeft dan genoeg aan het water dat hij uit zijn voedsel haalt.
Struisvogels slikken ook wel eens steentjes in. Soms zelfs met opzet. De steentjes hebben dezelfde taak als onze kiezen. Wij vermalen ons voedsel met onze kiezen maar (struis)vogels hebben geen tanden en kiezen. De steentjes vermalen in de kauwmaag dus de harde voedseldelen waardoor die makkelijker verteerd worden.
Een mannetjesstruisvogel heeft vaak meerdere vrouwtjes. Van deze vrouwtjes is er één de baas en de andere zijn de 'bijhennen'. Om geschikte partner(s) te vinden, voeren de mannen een dans op waaraan de vrouwtjes mee doen. Dit wordt ook wel 'baltsen' genoemd. Nadat de partners gekozen zijn, paren de vogels.
Alle vrouwtjes van een mannetje leggen de eieren in één nest. Dit is een kuil in het zand. Het mannetje is het grootste gedeelte van de dag en nacht aan het broeden. Op het heetst van de dag neemt het belangrijkste vrouwtje het over. Wanneer ze dat doet schuift ze haar eigen eieren naar het midden. De eieren van de bijhennen komen dan meer aan de buitenkant te liggen. De eieren in het midden van het nest hebben de meeste kans om uit te komen, want daar is het het warmst.


Een struisvogelei is enorm groot. Het weegt ongeveer net zoveel als 25 kippeneieren. De eierschaal is zo dik en stevig dat het soms dagen duurt voor een jong door de dikke schaal heen heeft gepikt. Na 42 dagen broeden komt het kuiken eruit. De jongen groeien daarna ongeveer een centimeter per dag.